Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 102
Jaar: 2016
Maand: Oktober
Auteur : Frans Maenhout

REIZEN MET DE BIJEN

Ik behoor niet tot de groep gelukkige imkers die met hun bijen niet moeten reizen en op de thuisstand van hun hobby kunnen genieten. Omdat er bij mij in de buurt voor de bijen weinig te halen valt (aardappelen, graan, suikerbieten, ajuin, vlas… ) moet ik mijn volken steeds verplaatsen. Eerst ga ik naar het koolzaad en het fruit, daarna naar de mosterd of de bladrammenas, de lindes of de phacelia en vroeger ook de teunisbloem.

42 1

Voor sommigen is die verhuis een heel gedoe: sleuren met stellingen, balken, paletten enz. Het kan ook eenvoudiger: ik heb destijds twee aanhangwagens gemaakt, zonder bak maar met kaders waarop de kasten staan en kunnen vastgemaakt worden met een spanband. In België, met veel slechte, gescheurde betonwegen moet ik wegens het schokken trager rijden dan in Nederland, waar de staat van de geasfalteerde wegen beter is.

Daarom zouden wagens met een goede vering beter zijn. Ik plaats altijd een slot op de kar en tot heden heb ik nooit last gehad van diefstal of vandalisme. Een vermelding met mijn naam, adres en telefoonnummer is ook steeds aanwezig. Een praatje met de buurtbewoners en een potje honing maakt een eventuele prik dan minder pijnlijk.

Bij de eerste verplaatsing heb ik hulp van een vriend om de kasten, de avond voor de verhuis, op de wagen te zetten. Die blijven gedurende het ganse seizoen op de wagen. Na de dracht sluit ik ‘s morgens, voor er vlucht is, de vlieggaten, span de banden aan, koppel de wagen aan en kom naar huis om te slingeren. Daarna rijd ik naar de volgende dracht. Na de laatste dracht, in juli, helpt die vriend nog eens om de kasten op de thuisstand op hun overwinteringsplaats te zetten.

Na een paar leerlessen verplaats ik nu nog enkel ’s morgens bijen en niet meer ‘s avonds: dan ben ik uitgeslapen en kom ter plaatse als het licht is. Op deze manier is reizen met bijen zeer eenvoudig.

Frans Maenhout

maenhoutfrans@skynet.be

 

42 2