Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 102
Jaar: 2016
Maand: december
Auteurs: dr. Pia Aumeier
VERPLAATSEN VAN BIJENKASTEN*
Als een volk meerdere kilometers wordt verplaatst, heroriënteren zich de vliegbijen zonder moeite op de nieuwe bijenstand. Maar als we op onze thuisstand een volk willen verplaatsen is dat een heel andere situatie. Een paar meter naar voor of naar achter vormen meestal geen probleem. Zijdelingse of verticale verplaatsingen daarentegen zijn voor de vliegbijen een onoplosbaar obstakel: zij zoeken tevergeefs hun volk op de plaats waar het vroeger stond. Om kasten op korte afstand te verplaatsen is de winter meer geschikt.
Gebruikelijke methoden
Als we een volk een andere plaats op de thuisstand willen geven, worden er meerdere methoden toegepast.
• Het verplaatsen van kasten voor tenminste drie weken buiten het vlieggebied van de volken zorgt er voor dat alle bijen die de oude standplaats kenden bij de terugkeer het leven met de dood verwisseld hebben (zie verder).
• Een kelderverblijf van meerdere dagen schijnt de bijen tot een heroriëntering op de oude standplaats aan te moedigen (zie verder).
• De vroeger veel gebruikte praktijk van het kunstmatig opwekken van geheugenverlies of amnesie met behulp van lachgas was misschien plezierig voor de imker, maar levensgevaarlijk voor de bijen.
• Ook het barricaderen van het vlieggat met stokjes, met diverse reukstoffen bedruppeld, wordt op imkerfora aanbevolen. Na zich een weg te hebben gebaand door deze barrière oriënteren zich vele bijen met hun kop in de richting van het vlieggat. Dit wordt geïnterpreteerd als een succesvolle heroriëntering. Helaas laten bijen zich niet zo gemakkelijk misleiden. Weliswaar inspecteren zij zo het ongewoon veranderde vlieggat, hun oriëntering op basis van terrein, struiken en bomen daarentegen gebruiken zij verder bij het aanvliegen naar de kast en landen zo op hun oude en verweesde standplaats. De vele verdwaalde bijen vallen niet op, omdat ze zich snel inbedelen bij nabij gelegen volken. Zelfs de opstelling van een identiek uitziende kast op de oude plaats geeft niet altijd een idee van de hoeveelheid verdwaalde bijen. Omdat ze niet in een leeg huis blijven, tenzij ze een broedraam vinden. Net zo worden succesvolle vliegers gemaakt. Het echte verlies aan bijen bij een lokale verplaatsing van bijenkasten kan slechts gemeten worden indien de grootte van de populatie voor en na de verplaatsing wordt geschat. Het verlies aan bijen kan oplopen tot 60%.
Natuurzwermen
Alleen natuurzwermen heroriënteren zich op de nieuwe standplaats. Zij kunnen na het vangen van de zwerm nog op dezelfde dag naast het moedervolk in een nieuwe kast worden gehuisvest. Ofschoon zij niet eenmaal hun oud vlieggebied verlaten hebben, werkt deze strategie. Verzamelaars kennen reeds gedeeltelijk hun nieuw vlieggebied als hun broekzak en vinden gemakkelijk hun weg. Hun oude behuizing vergeten de bijen echter niet, ze gebruiken deze zelfs om reeds bekende voedselbronnen langs een omweg via hun oud huis terug te vinden. Niettemin keert in de regel geen enkele terug naar het moederhuis.
Plaatsgetrouwheid doorbreken
Het verplaatsen van bijenvolken over kleine afstanden is niet zo eenvoudig. Wanneer de jonge bijen de eerste dagen van hun leven de plaats van hun kast ingeprent hebben, keren zij gedurende hun ganse leven hardnekkig, op de meter na, naar dezelfde plaats terug (foto 1). Een gedrag dat door de imker gebruikt wordt voor het maken van vliegers.
Algemene regel: wie kasten in een vliegperiode minder dan 3 km verplaatst, laat tenminste één volk op de oude standplaats achter. Het neemt de bedelende thuisloze bijen welwillend op (foto 2).
Wie niet alleen individuele kasten wil verplaatsen, maar een volledige bijenstand in de eigen tuin, en geen grootgrondbezitter is, heeft meerdere mogelijkheden.
• IJverige imkers maken kunstzwermen met kelderarrest. Alle bijen van een volk, met koningin, maar zonder ramen, worden voor een paar dagen in een koele en donkere kelder in een speciale kist opgesloten. Terug in een bijenkast, heroriënteren zich enige bijen bij de eerste vlucht na de rustpauze op de nieuwe standplaats. Recente onderzoekingen stellen echter vast dat tot de helft van de bijen niet vergeetachtig zijn. Rekening houdende met het vele werk (afvegen, controle gedurende het arrest, beschikbaarheid van geschikte kelder) is deze methode niet aan te bevelen.
• Gedurende het seizoen steeds mogelijk en zonder te veel werk, is de verplaatsing in stappen. De volken worden naar een nieuwe standplaats gebracht, 3 km verwijderd van de oude. Worden de kasten na 3 weken teruggebracht kennen alleen de koningin en de darren de oude plaats. De meeste volwassen werksters hebben na een gemiddelde zomerse levensduur van slechts twee weken het tijdelijke voor het eeuwige verwisseld. De nieuwe troepen vliegen zich op de onbekende plaats opnieuw in. In de winter bestaat het volk uit ouderlingen die de oude standplaats eerst na acht weken vergeten hebben.
• Volhardende imkers verplaatsen hun volken iedere vijf dagen 20 cm in de juiste richting. Ook kunnen kasten op deze manier om hun as gedraaid worden. Om het vlieggat 180° te draaien zijn tenminste twee weken nodig.
• Geduldige imkers wachten tot het putje van de winter. Na drie weken vliegpauze in december of januari heroriënteren de bijen zich bij hun eerste reinigingsvlucht. Ook overdag kunnen volken verplaatst worden omdat er niet gevlogen wordt.
Verplaatsen in de winter
• Tenminste drie weken ononderbroken vliegpauze afwachten. Het verplaatsen naar de nieuwe nabijgelegen plaats moet uitgevoerd worden vóór de eerste reinigingsvlucht. Indien de verplaatsing wat groter is, maar buiten het vlieggebied kan de verplaatsing worden uitgesteld tot het vroege voorjaar. Hoe dichter bij de kast de vroege dracht beschikbaar is, des te kleiner is de omgeving die de bijen zich inprenten na de winter. Op enige van mijn bijenstanden kennen de bijen tot april de omgeving slechts tot 500 meter van hun kast.
• Bijenvolken sneeuwvrij maken, desnoods vogelnet verwijderen, reiskoorden aanbrengen. Wie rustig en zonder schokken werkt moet het vlieggat niet sluiten. Bij sterke schokken verlaten de bijen de wintertros en vallen op de koude roosterbodem waar ze verkleumen. (foto 5). Daarom langzaam en rustig werken. Niet struikelen! Hoe kouder de dag, des te vaster zitten de bijen.
• Ieder tijdstip van de dag is geschikt.
• Moeten de kasten verder en/of met de auto verplaatst worden, eerst de roosterbodem van dode bijen reinigen en het vlieggat sluiten.
* Bovenstaand artikel is verschenen in Die neuen Bienenzucht van december 2012 onder de titel “Wir sind dann mal weg”. Met dank aan de auteur en de redactie van DNB voor het verlenen van de toelating het artikel te publiceren.