Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 92
Jaar: 2006
Maand: mei
Auteurs: Dirk Desmadryl

BROEDAFLEGGER – ZUIGELING

Om het zwermen te voorkomen gaan we, net vóór de zwermdrift losbreekt, onze volken verzwakken door bijen of broed weg te nemen. Dat kunnen we door bijv. een veger of een vlieger te maken.

Met deze methoden moet u evenwel de koningin opzoeken en dat is nu voor vele imkers een paar broedramen te ver. De koninginnen zijn niet gemerkt en van zodra de kast open gaat, rennen duizenden driftige angeldragers over de raten. Begin dan maar eens de koningin eruit te halen. De bijen door een rooster jagen? Dat zal zeker de gemoedrust en de zachtaardigheid van de beestjes niet in de hand werken.

Met onze voorgestelde broedaflegger, de zuigeling, hoeven we geen koningin te zoeken en we laten de bijen zelf uitmaken wie en wat de broedaflegger zal bevolken: u krijgt een heel natuurlijk en harmonisch nieuw volk.

De methode vraagt geen speciaal materiaal: een lege kastromp en een koninginnenrooster volstaan.
Het is een zeer eenvoudige methode om aan zwermvoorkoming en volkuitbreiding te doen. Uiterst gemakkelijk uit te voeren door elke imker en weinig tijdrovend.

Voor deze methode heb ik me indertijd laten inspireren door L. Eerselmans (‘De zuigeling’, Maandblad van de Vlaamse Imkerbond, mei 1994, blz. 177) en in de loop van de jaren heb ik ze al vele keren met succes toegepast.

Voorbereiding

In een lege romp hangen we zoals in het schema:

• één voederraam (verticaal vet lijntje links in het schema): raam met honing of weggenomen wintervoeding;
• één stuifineelraam (vet lijntje rechts): van om het even welk volk;
• twee waswafels (puntlijntjes);
• twee opgewerkte ramen (twee dubbele lijntjes);
• centraal laten we een ruimte om vier broedramen in te hangen.

We zetten ook nog vier opgewerkte ramen of waswafelramen klaar, die hebben we nodig ter vervanging van de broedramen die we straks zullen wegnemen uit het productievolk.

Uitvoering

Stap A: dag 0

Uit het productievolk halen we vier broedramen met veel open broed (eitjes en larven), we kloppen er alle bijen af zodat we zeker de koningin niet mee hebben en hangen de ramen, zonder bijen, in de centrale vrije ruimte van de zuigeling.

In het productievolk sluiten we het broednest aaneen en we hangen aan de zijkanten ervan de vier klaargezette ramen: bijv. twee waswafelramen en twee opge­werkte ramen. Hierop plaatsen we een moerrooster om de doorgang voor de koningin te beletten, vervolgens de honingzolder en daarboven de zuigeling. We leggen de dekplanken erop en laten het volk met rust gedurende vijf tot acht uur.

Wat gebeurt er nu? In de zuigeling zitten er geen bijen, maar het open broed oefent een onweerstaanbare zuigkracht uit. Onmiddellijk trekken voedster-,poets-, bouw- en veldbijen massaal naar de vier broedramen om het broed te verzorgen. We krijgen bijgevolg een ideale harmonische broedaflegger met veel jonge verzorgende bijen.

Stap B: na vijf tot acht uur

Na vijf tot acht uur zit de zuigeling vol bijen. We nemen de zuigeling af, plaatsen hem op een nieuwe bodem, dekken hem af en hebben een nieuw volk, dat nu, omdat het moerloos is, redcellen zal optrekken.

Het productievolk is nu voldoende verzwakt om van alle zwermplannen af te zien.
De zuigeling sluiten we op en brengen hem buiten de actieradius van het moedervolk (5 km) om te beletten dat de vliegbijen terugkeren naar hun oorspronkelijke standplaats. Wie geen uitwijkmogelijkheden heeft, kan de zuigeling drie dagen opsluiten en koel zetten, om hem dan de derde dag ‘s avonds op te stellen. Hiermee zult u het vervliegen tot een minimum beperken.

Stap C: dag 9

Na negen dagen hebben we verschillende mogelijkheden:

Niets doen

De twaalfde dag worden er nieuwe koninginnen geboren. We rekenen erop dat ze het onder elkaar zullen uitvechten en dat de sterkste zal triomferen. De kans op nazwermen is heel klein. Wie echter geen risico’s wil lopen, kan het tuten en kwaken afwachten en dan doppen breken. Als alles normaal verloopt wordt een week later de koningin bevrucht, en nog eens een week later moet ze aan de leg zijn.
Dat is een eenvoudige methode, maar we moeten wel indachtig zijn dat we hiermee koninginnen kweken uit redcellen.

Doppen breken

We breken alle doppen uit. Dat gaat heel gemakkelijk: we moeten slechts vier ramen controleren. Nu beschikken we over een volk dat geen kansen meer heeft om nog redcellen op te trekken en bijgevolg staat te bedelen om een nieuwe koningin. In dergelijk volk kunnen we zowel edelcellen (omgelarfd van een rasvolk), een onbevruchte of een bevruchte koningin invoeren. De imker moet vooraf alles goed plannen zodat hij op het gepaste ogenblik over doppen of koninginnen beschikt.

Zuigeling splitsen

We breken alle doppen en splitsen de zuigeling in twee, drie of vier paringvolkjes. We moeten er hier ook voor zorgen dat we over edelcellen of pas uitgelopen koninginnen beschikken.

                             Schema ‘zuigeling’

 Doelstelling
• zwermvoorkoming:

• moerteelt.

Beginsituatie
• sterk bevolkte kast;
• net voor de zwermdrift.

Uitvoering

Stap A: dag 0

• een nieuwe kastromp (zuigeling) klaar zetten met erin:
–  vier broedramen (zonder bijen) uit een productievolk centraal hangen in de zuigeling;
–  twee opgewerkte ramen (één aan weerszijden van de broedramen);
–  twee waswafels (naast opgewerkte ramen);
–  één stuifineelraam (aan buitenkant);
–  één voederraam (aan andere buitenkant.kast van het productievolk aanvullen met waswafel- of opgewerkte ramen;
–  de moerrooster tussen de honingzolder en de broedkamers laten en de zuigeling boven de honingkamer plaatsen; onmiddellijk zullen jonge bijen massaal het broed gaan verzorgen

Stap B: na vijf tot acht uur

• de zuigeling wegnemen (zit vol bijen) en hem op een nieuwe bodem zetten;
• hem naar een andere standplaats brengen of drie dagen opsluiten.

Stap C: dag 9

Verschillende mogelijkheden:
• ofwel een nieuwe koningin laten geboren worden;
• ofwel de doppen breken en een edelcel of koningin invoeren;
• ofwel uitsplitsen in meerdere paringvolkjes.