Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkerbond
Jaargang: 91
Jaar: 2005
Maand: april
Auteurs: Pieter Roelands

DUURZAME VARROABESTRIJDING

Nu het duidelijk is dat de chemische aanpak gepaard gaat met veel problemen zoals resistentie, residu’s en bijensterfte, herhaal ik dat de alternatieve aanpak meer aandacht verdient. Het duurzaamste alternatief is zonder twijfel de biotechnische vliegermethode, versterkt met een speciaal darrenraampje waarover ik het hier al vroeger had. Vandaag wil ik u informeren over recente verbeteringen: het opnemen van de superdarrenraat in de vliegermethode, de mogelijkheid om op ieder moment, zonder voorbereiding, een vlieger te maken en de integratie van de broedbeperkingmethode.

De biotechnische methode betekent minder werk, geen residu’s en meer honing. Het enige bezwaar is dat er wat extra materiaal nodig is: een speciale raampje voor elke simplex broedbak waarin we in de bovenste helft drie vervangbare secties plaatsen (10 x 10 cm nuttige oppervlakte, zie tekening). Verder een bodem en een deksel. Dat is echter een eenmalige investering die goedkoper is dan de jaarlijkse aankoop van bestrijdingmiddelen. Sommigen beweren dat deze methode arbeidintensief is. Vergeten we echter niet dat een aantal zaken bijkomend kunnen gebeuren:

• Zwermcontrole. In plaats van alle ramen na te kijken op zwermcellen, moeten we enkel een       vakje van het darrenraampje uitsnijden.

• Moerteelt. In de broedbak die we wegnemen kunnen we koninginnen telen.

• Kweken van sterke volken. We kunnen de gesplitste volken te gepaste tijd herverenigen met behoud van de beste koningin, wat ons extra honing oplevert.

• Grondig selecteren. Op kwaliteit en varroa tolerantie.

De vliegermethode

Ongeveer half april sluiten we de koningin op door een rooster aan te brengen boven de onderste broedbak waarin het speciaal darrenraampje en de koningin komt. Een week na deze ingreep snijden we het tweede en derde darrenraatje weg. Daar dit vers gebouwde raat is, eventueel met eitjes belegd, is er praktisch geen darrenverlies voor het volk. De daarop volgende week snijden we de derde raat weg. De volgende week is de eerste raat aan de beurt, die nu wellicht verzegeld is, zoniet wachten we een week, enz… Daar het broedverlies zodoende klein is, kunnen we doorgaan tot wanneer we een vlieger maken om de zwermplannen van de bijen te dwarsbomen. Dat is als ze het darrenraampje niet verder uitbouwen. Als het volk geen zwermplannen maakt en de mijtendruk niet te groot is, maken we de vlieger ten laatste rond 20 juli. Dat gebeurt als volgt:

• we nemen de broedbak met de koningin weg en zetten hem op een nieuwe bodem, op een voorlopige plaats.

• we brengen de koningin en een belegd darrenraampje in het hoogsel dat op het weggenomen hoogsel stond. Hierop plaatsen we een koninginnenrooster en daarop een honinghoogsel.

• negen dagen Later nemen we uit de vlieger het nu verzegelde darrenraampje weg om het te vernietigen. De vlieger is gemaakt: zeer mijtarm en met zijn vele bijen perfect in staat om tot een goed wintervolk uit te groeien.

• de broedbak die we wegnamen, wordt op een andere standplaats gebracht, om herbesmetting van de vlieger te voorkomen.

• na tien dagen breken we de doppen op één na. We kunnen ook een dop uit een parallel opgezet teeltprogramma gebruiken. De mijten vangen we af met darren- of werksterbroed dat we uit de vlieger nemen.

• indien nodig geven we plaats en we vergeten zeker niet te voeren! We kunnen deze methode ook zeer goed combineren met broedbeperking of een andere variante bedenken. Doch het zal moeilijk zijn om er een te vinden die een beter resultaat geeft.

Als u meer informatie wenst, kunt u me probleemloos contacteren op mijn adres: Huisheuvelstraat 19, 2990 Wuustwezel, tel. 03-669.62.93.