Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 100
Jaar: 2014
Maand: Juli-Augustus
Auteurs: Hans Laevens

VARROA? JA!.. MAAR WAT KUNNEN WE DOEN

Elke imker zou moeten weten dat de varroamijt de belangrijkste oorzaak is van wintersterfte. Andere factoren dragen daar toe bij, maar wanneer de varroamijt onder controle kan gehouden worden dan is al veel leed

27 1

verholpen. De beheersing van varroase vraagt een continue opvolging van de bijenvolken door de imker en een adequate controle kan vooralsnog niet zonder het gebruik van geneesmiddelen.

Ook de overheid is zich bewust van deze problematiek en publiceert daarom jaarlijks een varroabestrijdingsadvies. Deze komt tot stand in samenspraak met de verschillende vertegenwoordigers van de sector. Het bestrijdingsadvies 2014 werd al eerder in het maandblad gepubliceerd en kan ook geconsulteerd worden via de website van de KonVIB. Hier wil ik nog eens de belangrijkste stappen van het advies herhalen.

Algemeen

De basis van een succesvolle bestrijding van de varroamijt is een gelijke, uniforme aanpak in heel België. De varroabehandelingen moeten gelijktijdig worden ingezet door alle imkers. Een tijdige start van de behandeling is essentieel  voor een efficiënte bestrijding.

Zomerbehandeling

De zomerbehandeling moet gestart worden vóór de geboorte van de winterbijen. Begin ten laatste eind juli! Gezien het vroege en mooie voorjaar zal ook de zomerhoning vroegtijdig kunnen geoogst worden. Stel die oogst niet langer uit dan nodig en begin direct met een varroabehandeling.

In eerste instantie kunnen enkel geregistreerde geneesmiddelen op basis van thymol (Thymovar®, Api Life Var®) gebruikt worden. Deze behandeling moet tenminste zes weken aangehouden worden. Het is belangrijk om de werkzaamheid van de zomerbehandeling te controleren. Dit kan door de natuurlijke mijtenval op te volgen of door het aantal opzittende mijten te tellen bij enkele honderden bijen, door middel van de poedersuikermethode.

Indien na de toepassing van de zomerbehandeling met een product op basis van thymol blijkt dat de behandeling onvoldoende werkzaam was, kan gedurende zes weken een geneesmiddel op basis van amitraz (bijvoorbeeld Apivar®) of taufluvalinaat (bijvoorbeeld Apistan®) gebruikt worden om alsnog een effectieve zomerbehandeling van de bijen te bekomen.

Bijkomend kan in september en/ of oktober behandeld worden, wanneer opnieuw een stijging van de natuurlijke mijtenval wordt waargenomen. Deze herbesmetting wordt vaak onderschat en komt voor wanneer de zomerbehandeling niet door alle imkers (gelijktijdig) gebeurt (Frey en Rosenkranz, 2014). Om deze herbesmetting te kunnen vaststellen is het dus zeer belangrijk dat de besmettingsgraad van de varroamijt continu opgevolgd wordt.

Winterbehandeling

Ook de winterbehandeling moet tijdig gestart worden, tussen 1 december en 10 januari. Ideaal gezien wordt deze behandeling gestart drie weken na de eerste vrieskou. Voor de winterbehandeling wordt een product op basis van oxaalzuur aanbevolen. Hiervoor kunnen bijvoorbeeld Api-Bioxal® of BeeVital HiveClean® gebruikt worden.

Opmerkingen

• Het bovenstaande is een samenvatting van de belangrijkste stappen van het varroabestrijdingsadvies 2014. Je kunt nog steeds het volledige advies consulteren op de website van de KonVIB.

• Bestel tijdig de geneesmiddelen zodat je een behandeling niet nodeloos moet uitstellen omdat deze tijdelijk niet voorradig zijn.

• Het houden van dieren veronderstelt ook dat ze verzorgd worden. De zomerperiode is zeer belangrijk voor de bestrijding van de varroamijt. Dit is ook de vakantieperiode. Zorg ervoor dat de verzorging van de bijen daardoor niet in het gedrang komt.

Referentie

Frey, E., & Rosenkranz, P. (2014). Autumn Invasion Rates of Varroa destructor (Mesostigmata: Varroidae) Into Honey Bee (Hymenoptera: Api-dae) Colonies and the Resulting In-crease in Mite Populations. Journal of Economic Entomology, 107(2), 508-515.