Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 100
Jaar: 2014
Maand: Maart
Auteurs: FAVV

VARROABESTRIJDINGSADVIES 2014 FAVV

Basis van een uniforme aanpak in België

1. Algemeen

De basis van een succesvolle bestrijding van de varroamijt is een gelijke, uniforme aanpak in gans België. De varroabehandelingen moeten gelijktijdig worden ingezet door alle imkers. Een tijdige start van de behandeling is essentieel voor een efficiënte bestrijding. Varroamijten spreiden heel gemakkelijk van de ene kolonie naar de andere. Bijgevolg zullen, van zodra één kolonie van een bijenstand met varroamijten besmet is, heel snel alle kolonies van die bijenstand besmet zijn.

Daarenboven spreiden de mijten ook heel gemakkelijk naar andere, naburige bijenstanden. Dit maakt dat alle kolonies gelijktijdig moeten behandeld worden, niet alleen binnen eenzelfde bijenstand, maar over het volledige Belgische grondgebied. Dit is een basisvereiste om de infectiedruk van varroa (het aantal mijten) in gans België te kunnen verlagen. De behandeling moet tijdig gestart worden, voor de winterbijen gevormd worden. Indien gestart wordt met de behandeling na de geboorte van de winterbijen, zullen deze verzwakt de winter ingaan en minder resistent zijn tegen andere ziektes, koude, enz.

Deze zomerbehandeling moet absoluut voorrang krijgen op de honingoogst als men een gezonde kolonie wil laten overwinteren. Zowel de zomer- als de winterbehandeling zijn noodzakelijk om de varroamijten onder controle te houden. De zomerbehandeling zorgt ervoor dat gezonde en sterke winterbijen geboren worden. De winterbehandeling maakt dat de overwinterende kolonie gezond en varroavrij aan een nieuw seizoen kan beginnen. Beide behandelingen hebben hun specifiek doel en kunnen elkaar onmogelijk vervangen.

Elke toegepaste behandeling dient te gebeuren met toegelaten middelen. Na afloop van een behandeling moet de efficiëntie van deze behandeling nagegaan worden. Indien blijkt dat de behandeling onvoldoende werkzaam was (onvoldoende mijtenval) is er mogelijks sprake van resistentie tegen het gebruikte geneesmiddel.

In België zijn momenteel maar een beperkt aantal geneesmiddelen tegen varroase geregistreerd. Om de resistentie tegen deze producten zo veel mogelijk te beperken, moet afgewisseld worden tussen verschillende producten. Het is niet zozeer het product dat hierbij van belang is, maar vooral het werkzaam bestanddeel ervan. Zo hebben Thymovar® en Api Life Var® hetzelfde werkzaam bestanddeel (thymol).

Wanneer bijgevolg resistentie tegenover Thymovar® wordt vastgesteld, heeft het weinig nut om daarna Api Life Var® te gebruiken. Meldt elk vermoeden van resistentie aan uw dierenarts en eventueel ook aan uw imkervereniging. Uw dierenarts kan u verder begeleiden bij het behandelen met een ander werkzaam geneesmiddel, zodat uw kolonies goed behandeld de winter kunnen ingaan.

2. Biotechnische methodes

2014 7 1

Zolang er honing gewonnen wordt, kunnen beter geen chemische producten ter bestrijding van de varroamijt gebruikt worden, gezien het gevaar voor residuen.

Dit betekent echter niet dat moet gewacht worden met de start van de bestrijding tot na de laatste honingoogst, want dan is het aantal aanwezige mijten in de kolonie al veel te hoog.

Het aantal mijten moet van bij de start van het seizoen zo laag mogelijk gehouden worden. Hiertoe kan van zodra de eerste darrenlarven verschijnen, het darrenbroed verwijderd worden.

Verwijder het darrenbroed tijdig (van zodra deze verzegeld zijn – ten laatste na 21 dagen) en vernietig dit. Herhaal dit zolang als darrenbroed wordt aangezet. Verder kan de koningin geïsoleerd worden zodat een broedloze periode wordt ingelast, waarin alle volwassen bijen behandeld worden.

Ideaal wordt hiermee gestart rond 21 juni. Begin in ieder geval voor 15 juli.

3. Zomerbehandeling

De zomerbehandeling moet gestart worden voor de geboorte van de winterbijen. Begin dus ten laatste eind juli. Verlaat deze behandeling niet om eerst nog een late honingoogst te slingeren. De gezondheid van de winterbijen en de overlevingskans van de hele kolonie hangt sterk af van het tijdig starten met deze behandeling.

90% van de varroamijten bevindt zich in het broed. De mijten die zich in het verzegelde broed bevinden zijn ongevoelig voor de chemische producten die gebruikt worden. Om ook deze mijten te vernietigen moet de toegepaste behandeling lang genoeg worden aangehouden, voor een periode van minstens 8 weken.

De efficiëntie van de zomerbehandeling moet worden nagegaan. Hiertoe kan de mijtenval bekeken worden. Idealiter wordt ook voor aanvang van de zomerbehandeling de mijtenval bekeken, zodat deze kan vergeleken worden met de mijtenval tijdens en na de behandeling. Contacteer uw dierenarts indien er onvoldoende of geen mijtenval is. Deze kan nagaan of er sprake is van resistentie en kan indien nodig een andere behandeling voorschrijven. Controle van de mijtenval is dus essentieel om het gewenste effect van de zomerbehandeling na te gaan.

Indien de zomerbehandeling niet correct wordt toegepast of niet voldoende werkzaam is, moet een nieuwe behandeling worden ingesteld, eventueel met een ander geneesmiddel, zodat de winterbijen alsnog beschermd worden. Behandelingen op basis van thymol (Thymovar®, Api Life Var®) lijken de laatste tijd soms onvoldoende efficiënt te zijn.

Indien na de toepassing van de zomerbehandeling met een product op basis van thymol blijkt dat de behandeling onvoldoende werkzaam was, kan een geneesmiddel op basis van amitraz (bijvoorbeeld Apivar®) of taufluvalinaat (bijvoorbeeld Apistan®) gebruikt worden om alsnog een effectieve zomerbehandeling van de bijen te bekomen.

Momenteel is geen enkel geneesmiddel op basis van amitraz of tau-fluvalinaat in België geregistreerd. Door middel van het zogenaamde cascadesysteem kan u via uw dierenarts deze geneesmiddelen bekomen. Dit is de enige manier waarop deze producten op een legale manier kunnen ingezet worden.

4. Winterbehandeling

De winterbehandeling zorgt ervoor dat een kolonie varroavrij het nieuwe seizoen kan starten. Zij is een aanvulling op en zeker geen vervanging van de zomerbehandeling. Ook de winterbehandeling moet tijdig gestart worden, tussen 1 december en 10 januari. Ideaal gezien wordt deze behandeling gestart 3 weken na de eerste vrieskou, zodat geen broed in de kolonie meer aanwezig is.

De ideale temperatuur voor behandeling is 4 à 5°C. Bij koudere temperaturen zitten de bijen te dicht bij elkaar zodat de geneesmiddelen onvoldoende kunnen doordringen tot in de kern van de ‘tros’ bijen. Voor de winterbehandeling wordt een product op basis van oxaalzuur gebruikt. Hiervoor kunnen bijvoorbeeld Api-Bioxal® of BeeVital HiveClean® gebruikt worden. Ook deze geneesmiddelen zijn niet geregistreerd in België en moeten via het cascadesysteem en dus verplicht door tussenkomst van een dierenarts worden verschaft.

Gevorderde aanpak

Imkers die nog een stap verder willen gaan in de varroabestrijding, kunnen volgende bijkomende stappen toepassen:

1. Meten van de mate van varroabesmetting voor het starten van de zomerbehandeling d.m.v. de suikermethode

Door middel van de suikermethode (de bijen worden hierbij bestrooid met poedersuiker) wordt het aantal mijten geteld bij enkele honderden bijen om een idee te krijgen van de ernst van de varroabesmetting.

2. Verwijderen van het broed

2014 7 2

Rond 15 juli wordt alle broed van alle kolonies verwijderd en vernietigd. Hierna worden de volwassen bijen behandeld met oxaalzuur.

3. Vervangen van koninginnen van kolonies met erge varroabesmetting

De efficiëntie van de toegepaste behandeling moet steeds nagegaan worden door het bekijken van de mijtenval.

Indien, ondanks de correcte toepassing van de varroabehandelingen, toch blijkt dat bepaalde kolonies veel erger besmet zijn dan andere, kan de koningin van deze zwaar aangetaste kolonies vervangen worden.

Hierdoor zouden kolonies worden overgehouden die genetisch toleranter zijn tegen de varroamijt. Deze selectie zou op langere termijn mee een oplossing kunnen bieden voor de varroaproblematiek.