Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 100
Jaar: 2014
Maand: Juli-Augustus
Auteurs: Wilfried Demeester

VERDAMPING VAN MIERENZUUR

De bestrijding van varroa met mierenzuur moet zoveel mogelijk de mijten doden, mag niet in de honing terechtkomen en moet zo weinig mogelijk schade veroorzaken aan bijen en broed. Indien de honingkamer niet behandeld wordt met het zuur is er weinig of geen kans dat de honing met mierenzuur wordt besmet. Bovendien is mierenzuur vluchtig, verdampt snel, waardoor een beetje zuur na het roeren van de honing uit de honing zal verdwijnen. Mierenzuur komt immers frequent voor in de natuur en in kleine hoeveelheid ook in de nectar.

Invloed van mierenzuur in de bijenkolonie

Mierenzuur doodt de varroamijten op de bijen, maar ook voor een deel in het broed. Het luchtwegensysteem van de varroa wordt aangetast. Het mierenzuur verdampt relatief vlug en wordt niet in de was opgenomen. De damp doodt de varroamijten, maar is spijtig genoeg niet honderd procent veilig voor het broed. Wij moeten dus omzichtig tewerk gaan.

Broedschade en zelfs bijensterfte kunnen optreden als de verdamping van het mierenzuur bepaalde waarden overschrijdt. Belangrijk is dus dat wij ons verdiepen in het probleem van de verdamping van het zuur. De verdampingsintensiteit moet binnen bepaalde grenzen blijven.

Een moeilijk probleem, omdat de verdamping en haar effect op de bijen van veel factoren afhankelijk is, zoals: de buitentemperatuur, de vochtigheidsgraad, de bevolking van de kolonie, de kastconstructie en haar isolatie, de ventilatie en ook de open of gesloten varroalade.

Wij gebruiken mierenzuur van 85% bij een buitentemperatuur tussen 22°C en 25°C en alleen maar voor sterke kolonies op twee rompen, niet bij regenweer, en onze kasten hebben een goede isolatie. We behandelen bovenop de ramen van de bovenste broedkamer. De bovenstaande redenering indachtig, heb ik mij dan ook verdiept in de verdamping van het mierenzuur.

Meten van de verdamping

33 1

Proeven werden uitgevoerd en zoveel mogelijk heb ik in België, Nederland en Duitsland informatie ingewonnen. Proeven op de verdamping werden gedaan met een broedkast waarin ik zoveel mogelijk de atmosfeer in de bijenkast heb nagebootst. De broedkast werd geregeld op de temperatuur die ik boven de toplatten van de bovenste kamer heb gemeten, namelijk 33°C, bij een buitentemperatuur van 24°C. De vochtigheidsgraad werd geregeld op 65% en gemeten met een hygrometer.

Alleen de invloed van de ventilatie heb ik niet kunnen instellen. Zoals bij de behandeling van de bijenvolken met bierviltjes, wordt ook nu bij de proeven in de broedkast de verdamping van de met mierenzuur doordrenkte bierviltjes gemeten.

De kaartjes hebben een oppervlakte van 90 mm X 90 mm met een dikte van 1,5 mm. Deze worden vooraf een- of tweemaal in de vloeibare was gedompeld tot 8 à 10 mm van de rand. Zo kan men de verdampingsnelheid voldoende laag houden. Het overblijvende verdampingsvolume is 90 x 10 x 1,5 = 1350 mm3. Voor opname van het mierenzuur worden de kaartjes gedurende één à twee uur opgesteld in het mierenzuur.

Voor meer informatie: zie Maandblad, januari 2014, blz. 8: Mijn strijd tegen de varroamijt. Proeven hebben aangetoond dat het gewaste deel van het kaartje weinig of geen dampen afgeeft. Bijgaande grafiek geeft de verdamping na 2, 4, 6, 8, 10, 12, 14, 16 en 24 uur.

De verdamping werd regelmatig gemeten met een weegschaal op 1 gram nauwkeurig, voor omzetting van gewicht in gram naar kubieke centimeter of milliliter hoef je maar te delen door 1,2 vermits het soortelijk gewicht van mierenzuur 1200 gram is per liter. De waslaag van de kaartjes moet dan zorgen voor de trage verdamping van het zuur.

Persoonlijk heb ik op heden, met de middelen waarover ik beschik, nog geen broedschade kunnen vaststellen. De trage verdamping en de door de bijen veroorzaakte ventilatie zullen hier wellicht een belangrijke rol spelen.

Resultaten van de proef33 2

Ieder kaartje neemt na één à twee uur 9 gram (7.2 cc) mierenzuur op. Na 24 uur in de broedkast blijft er in de kaartjes nog 4 x 2 = 8 gram of 6,6 ml mierenzuur over. Na 24 uur is er dus totaal 36 – 8 = 28 gram of 23.3 ml (cc) mierenzuur verdampt en dit voor twee broedkamers en totaal 24 ramen. De proeven die ik meerdere malen uitvoerde tonen aan dat de verdamping het meest hevig is in de eerste 6 uur. Verder krijgen we een trage gelijkmatige verdamping en in de vier kaartjes vindt men nog 8 gram restzuur.

Dat er nog mierenzuur na 24 uur in de viltjes overblijft, is wellicht te wijten aan het feit, dat de vochtigheidsgraad van de bierviltjes in evenwicht komt met de vochtigheidsgraad in de kast. Omdat de verdampingsgraad in het begin nogal intens is, kan men eventueel de varroalade wat later (nu 6 uur) plaatsen, de ventilatie neemt dan toe, maar de effectiviteit zal verminderen. De verdamping verloopt in feite niet al te agressief en toch heb ik steeds een goede varroaval kunnen vaststellen bij de behandeling.

Wel moet ik opmerken dat het altijd moeilijk zal blijven om de grens vast te leggen tussen de verdampingsintensiteit, broedschade en effectiviteit. We behandelen de volken met mierenzuur, vanaf ongeveer 10 juli, tot eind augustus. Om de drie weken, tot de varroaval op de laden 0 of ongeveer 0 is na de behandeling. Meestal volstaan drie à vier beurten.

In december behandelen wij dan een laatste maal met oxaalzuurgas (varoxverdamper) Om met een miniemen varroapopulatie de winter in te gaan. Eenmaal maar indien nodig (varroaval) tweemaal met tussentijd van ongeveer twee weken. Belangrijk is dat wetenschappers vooropstellen dat oxaalzuurgas slechts tweemaal mag worden toegepast. Oxaalzuur druppelen eenmaal omdat oxaalzuur een neerslag geeft van oxaalzuurkristallen op de bijen, wat schadelijk is voor de conditie, wat verzwakking veroorzaakt , kan zelfs bijensterfte teweeg brengen.

Oxaalzuurgas geeft minder kristalneerslag dan oxaalzuur druppelen. Oxaalzuur mag dus maar eenmaal toegepast worden per bijengeneratie. Hoewel moeilijk, heb ik toch enkele maximum verdampingswaarden van mierenzuur per 24 uur 85% kunnen vinden bij buitenlandse informatie. Meestal spreekt men van 30 ml (cc) maximum per 24 uur, wij blijven steeds onder deze waarde.

Besluiten

1) Niet enkel in het najaar maar ook in het voorjaar moet de varroapopulatie onder controle blijven. Vallen in februari en maart op de lade (natuurlijke val) meer dan vijf mijten dan behandel ik voor het plaatsen van de honingkamer. Vallen in mei meer dan vijf mijten dan behandel ik bij de eerste slingerbeurt.

2) Bij gebruik van de bierviltjes controleer ik altijd vooraf de verdamping van het zuur, om geen schade te veroorzaken. Sommige bierviltjes nemen meer mierenzuur op dan men verwacht, ook is het gehalte aan restzuur niet altijd gelijk. De effectiviteit moet ook voldoende blijven.

3) We streven ernaar om zo vlug mogelijk klaar te zijn met de behandeling. Omdat vooral eind augustus en in september de winterbijen worden gekweekt.

4) Wees attent bij oxaalzuurbehandeling, eenmaal druppelen en maximaal tweemaal met gas behandelen, in nood driemaal.

5) De behandeling met mierenzuur in juli en augustus en het oxaalzuur verdampen in december hebben tot op heden voldoening opgeleverd, met zeer weinig of geen sterfte.

Met dank aan imker dokter dierenarts Paul Vandevelde voor de informatiebijdrage.

Dank aan mijn vriend Gerard Bundervoet voor het typewerk en het versturen naar de redactie.

Nog veel succes en steeds voor informatie bereid.

Wilfried Demeester 09-372.84.53, na 18 uur.