Bron: Maandblad van de Vlaamse Imkersbond
Jaargang: 97
Jaar: 2011
Maand: September
Auteurs: Walter Nollet

VERDWIJNZIEKTE

Inleiding

Meer en meer mensen ervaren de zware tol die onze bijen betalen aan de varroamijt. ‘Roep de bijensterfte een halt toe’, titelt Seizoenen (nr. 2, blz. 14-17, 2010).

De verdwijnziekte veroorzaakte vorige jaren een sterfte van 10% van de kolonies. Sommige imkers lijden thans een verlies van 30 tot 50% van hun bijenvolken. Op 1 april ll. had prof. dr. Frans Jacobs op Het Nieuws van VRT1 de miserie belicht waarmee onze imkers thans leven. Echt geen aprilvis!

Om de kwaal te kunnen juist inschatten, werkt dr. Dries Laget, UGent, al enkele jaren mee aan Monitoring bijensterfte. Dit is een onderzoek om de oorzaak van het verlies van bijenvolken op te sporen.

Ook onder de 350 verschillende soorten wilde bijen, zoals zandbijen, zijdebijen en bloedbijen ziet wetenschappelijk onderzoek een grote terugval van de populaties. In de provincie Sichuan, China, bijv. wordt – wegens een tekort aan bijen – de bestuiving van appel- en perenbloesems nu door middel van een penseel, met de hand verricht (Bienenpflege april 2011 – blz. 129).

Er is wel degelijk iets aan de hand. Spijts de aanwezigheid van moer, broed en voldoende wintervoer in de bijenkasten, kwijnen de volken weg. Waarom?

Oorzaak

In artikels of interviews op tv spreekt men over de verzwakte gezondheid van onze bijen, en over te weinig volwaardig stuifmeel en nectar en intensieve monocultuur. Maïs heeft een karige voedende waarde, geeft een vals gevoel van veiligheid. In De Standaard (3-08-2011, blz. 10) verwittigt prof. dr. Frans Jacobs opnieuw voor ondervoeding van onze volken: ‘Meer bijen in de stad dan in gebied waar alleen nog maïs staat’.

Dezelfde dag volgde de mededeling dat zaden in Oost- en West- Vlaanderen aangeboden worden aan imkers die het voedselaanbod willen verhogen voor wilde bijen en onze honingbijen. Soms volgt er nog positief nieuws. Pesticiden werken actiever en zijn daarenboven giftiger, waardoor de communicatie onder de bijen verstoord wordt.

Eén op zes

Bij de eerste controle van mijn kolonies, heb ikzelf de tragedie ervaren: slechts één van mijn zes bijenvolken heeft de winter overleefd! Wat is er gebeurd? Vorig jaar, heb ik zo vroeg mogelijk enkele nieuwe afleggers gemaakt. Alle ramen waarmee de kasten ingekleed werden, waren hygiënisch gepoetst met propolis die ik oploste in alcohol. Verse waswafels werden, voor één derde van het totaal aantal ramen, uitgebouwd.

Onmiddellijk werden de volkjes, vooraleer er een nieuwe moer op te plaatsen, behandeld tegen de varroa met Varroacid. Uit mijn voorraadkamer heb ik verzegeld voeder bijgeplaatst, zodat de winterbijen sterk en vitaal de winter ingaan. Half september werd dan de gewone varroabestrijding toegepast, opnieuw met Varroacid; waarna een vroege inwintering de winterbijen een lang voorjaarsleven tot april waarborgde.

De zomerbijen zorgden voor de zware taak: het energieverslindende opslaan van wintervoeder. Rond 15 september was het rustig afwachten tot het nieuwe jaar. Mijn hoofdbekommernis: bijen een ruim pollenaanbod te bieden, werd gerealiseerd door een courgetteteler die in mijn onmiddellijke omgeving een hectare vol plantte. Ikzelf heb nog bernagie en zonnebloemen gezaaid, die zeer laat in bloei komen. Een vrij overvloedig stuifmeelaanbod van prima kwaliteit dus.

Tijdens de inwintering merkte ik dagelijks dat er bij meerdere kolonies één of meer wespen via de vliegplank het nest invlogen. Bij het toedienen van wintervoedsel zag ik zelfs een wesp in de voederbak mee siroop roven. Toen begon de verzwakking van de kolonies al.

Met een gesloten voederbak ving ik achter de standplaats veel wespen af. Na de inwintering vond ik meer dan 600 wespen in de buitenstaande bak (zie foto). Heel de winter heb ik dagelijks mijn stand bezocht, sneeuw geruimd op de vliegplanken en de dode bijen met een zachte pluim geveegd. In februari vlogen de bijen bij enigszins voortreffelijk weer in en uit.

Besluit

Naast ondervoeding, speelt ook de levenskracht van de kolonie een belangrijke rol. De eerste aantasting van

28_1

bijenvolken in mijn gebied (anno 1988) waren te wijten aan ‘oververmoeidheid’ van de werksters. Imkers die met hun volken naar meerdere drachten op reis trokken, telden gemiddeld twee mijten per werkster. Zij stelden vast dat de kast ineen stuikte: dood.

• Zorg dus dat bijen niet ‘uitgeperst’ worden als een citroen. Slinger enkel de ramen uit de honingzolder. Laat de honing op de broedramen voor de bijen zelf.

• Een goede remedie is vroeg in het voorjaar te starten met jonge volkjes. Om te kunnen overleven moeten deze wel goed voorzien zijn van zeer veel jonge bijtjes. Vooraleer een nieuwe moer op de aflegger gezet wordt, eerst varroa bestrijden. Dit is het veiligst voor de jonge moer.

• De uitbouw van de kolonie voor één derde met verse waswafels uitvoeren. Gezonde bijen leven graag op lekker geurende was

RONDETAFEL OVER VERDWIJNPROBLEMATIEK

Op 30 mei jl. organiseerde Minister-president Peeters een rondetafel over de bijensterfte met vertegenwoordigers van alle Vlaamse imkerverenigingen en andere betrokken instanties. Doel was de maatregelen te bespreken die op Europees en Vlaams niveau moeten leiden tot de verbetering van de vitaliteit van de bijenvolken.

Hij luisterde aandachtig naar de pijnpunten die de sector onderkent en die prof. Dirk de Graaf voor de KonVIB aldus verwoordde: vergrijzing van de sector, problematiek van de aangifteplichtige ziekten (beëdigd assistent, nationaal referentielabo), nieuwe bedreigingen (kleine kastkever,…), bestrijding van de varroa (geringe beschikbaarheid geneesmiddelen), veterinaire onkunde, kwaliteit van honing, bestuiving landbouwgewassen (voorstel erkenning bestuivingimker), pesticidengebruik, verschraling bijenweide, deskundigheid van de imker, selectie bijenrassen (verarming genetische diversiteit,…), gebrek aan monitoring i.v.m. de bijensterfte.

De andere imkerverenigingen vulden het lijstje aan met o.a. de ontoereikende beschikbaarheid van Thymovar, falende registratie van imkers en gebrekkige aandacht voor stuifmeeldragers bij openbare aanplantingen. Het kabinet Peeters zoekt oplossingen voor al deze punten en zal de betrokken hierover opnieuw samenbrengen.

De minister-president maakte van de gelegenheid gebruik om de nieuwe Drachtplantengids voor te stellen. Deze gids werd opgemaakt door het Informatiecentrum voor de Bijenteelt met de steun van de Vlaamse overheid. Daarnaast kondigde Minister-president Kris Peeters aan dat hij 75.000 euro uittrekt voor een demonstratieproject dat het mogelijk moet maken om betere bijenkoninginnen te kweken. ‘De problematiek van de verhoogde bijensterfte waarmee de bijenhouderij wereldwijd geconfronteerd wordt, is ernstig.

We moeten daarom met alle betrokkenen de nodige inspanningen doen om de toekomst van deze voor onze voedselvoorziening en biodiversiteit levensnoodzakelijke sector te vrijwaren’, aldus de Minister-president.