VEGER

Een veger maken we 1 maand voor de zomerdracht (voor 15 mei) zodat de nieuwe koningin aan de leg is tijdens de zomerdracht.

Doelstelling:
– zwermvoorkoming
– moerteelt

Beginsituatie:
– sterk bevolkte kast
– net voor zwermdrift

Uitvoering:

Methode 1:


• we zoeken de moer en het raam waarop ze zit en hangen dit in een nieuwe kast
• langs beide zijden van de moer hangen we een uitgebouwd raam
• vervolgens aan beide zijden een wasraam
• 2 voerramen (plaatsen na het afvliegen: roven!)
• open ruimten opvullen met vulblokken
• we kloppen uit het moedervolk 8 à 9 ramen bijen in de nieuwe kast
• de nieuwe kast met de oude moer wordt op een andere plaats gezet
• het moedervolk blijft staan en is nu moerloos en zal dus bijgevolg redcellen optrekken

Methode 2: wanneer we de koningin niet vinden

• dag 0: moerrooster tussen de 2 broedkamers plaatsen (er zijn nu 2 roosters!)
• dag 7: veger maken zoals hierboven: 1 broedraam, 2 uitgebouwde ramen, 2 wasramen, 2 voederramen en vulblokken
• alle bijen uit de broedkamer met de koningin in nieuwe kast kloppen

Behandeling stamvolk:
• ofwel na 10 dagen alle doppen breken en edelcel of nieuwe moer invoeren
• ofwel tuten en kwaken afwachten (na 12 tot 13 dagen): doppen breken + een paar jonge moeren laten lopen (moer uit redcel!)

Men kan de veger overwinteren als reservevolk om dan na de winter te verenigen met het hoofdvolk (Aalstermethode).

 

Uittreksel uit “Bijenhouden in de 21ste eeuw” door Dirk Desmadryl